SV | En de vorst zal niets nemen van de erfenis des volks, om hen van hun bezitting te beroven; van zijn bezitting zal hij zijn zonen erf nalaten; opdat niet Mijn volk, een iegelijk uit zijn erfenis, verstrooid worde. |
WLC | וְלֹא־יִקַּ֨ח הַנָּשִׂ֜יא מִנַּחֲלַ֣ת הָעָ֗ם לְהֹֽונֹתָם֙ מֵאֲחֻזָּתָ֔ם מֵאֲחֻזָּתֹ֖ו יַנְחִ֣ל אֶת־בָּנָ֑יו לְמַ֙עַן֙ אֲשֶׁ֣ר לֹֽא־יָפֻ֣צוּ עַמִּ֔י אִ֖ישׁ מֵאֲחֻזָּתֹֽו׃ |
Trans. | wəlō’-yiqqaḥ hannāśî’ minnaḥălaṯ hā‘ām ləhwōnōṯām mē’ăḥuzzāṯām mē’ăḥuzzāṯwō yanəḥil ’eṯ-bānāyw ləma‘an ’ăšer lō’-yāfuṣû ‘ammî ’îš mē’ăḥuzzāṯwō: |
En de vorst zal niets nemen van de erfenis des volks, om hen van hun bezitting te beroven; van zijn bezitting zal hij zijn zonen erf nalaten; opdat niet Mijn volk, een iegelijk uit zijn erfenis, verstrooid worde.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En de vorst zal niets nemen van de erfenis des volks, om hen van hun bezitting te beroven; van zijn bezitting zal hij zijn zonen erf nalaten; opdat niet Mijn volk, een iegelijk uit zijn erfenis, verstrooid worde.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!